Etienne Celis
"Van bij het begin wilden we dat iedereen mee kon doen. Dat onze activiteiten open zouden staan voor alle mensen."
Als je zelf niet in armoede leeft heb je geen goed beeld over welke drempels er bestaan.
Etienne is de voorzitter van de lokale afdeling Pasar Aalst en wil Pasar ook toegankelijk maken voor mensen in armoede
‘Met z’n achten zijn we gestart. Van bij het begin wilden we dat iedereen mee kon doen. Dat onze activiteiten open zouden staan voor alle mensen: jong, oud, arm, rijk, gezinnen, alleenstaanden, mensen met roots in Vlaanderen en mensen met allochtone roots... Elke Aalstenaar moet zijn gading kunnen vinden. Ook niet-Aalstenaars zijn meer dan welkom. En dan volgde de vraag: Hoe gaan we dat hier waarmaken?’
Een eerste aandachtspunt was het organiseren van een grote waaier aan activiteiten, waarmee telkens een ander publiek wordt aangesproken: een bezoek aan het Brandweermuseum dat toen nog in Aalst gevestigd was, een ‘Piet zoekt Sint’-wandeling, Pasar Zomert met een aanbod zomerwandelingen, daguitstappen naar Pairi Daiza en Planckendael en stadsbezoeken aan Brussel, Diksmuide, Luik, Gent... Met sommige activiteiten bereikt Pasar Aalst wel tot 200 personen. Maar het mocht nog breder, en vooral diverser.
Mensen die moeilijk bereikbaar zijn mee krijgen
Etienne nam contact met op met de Vierdewereldorganisatie in Aalst. Om inzicht te krijgen in andere leefwerelden, om die te proberen begrijpen. Om drempels die mensen tegenhouden om deel te nemen weg te werken in de activiteiten van Pasar Aalst.
Etienne: ‘Tijdens enkele gesprekken heb ik veel bijgeleerd. Als je zelf niet in armoede leeft heb je geen goed beeld over welke drempels er bestaan. De drempels waar mensen in armoede moeilijk over kunnen. We hadden bij Pasar al wel een beleid om via UitPas kortingen te geven op onze activiteiten. Tijdens ons overleg leerde ik dat er meer nodig is. Vierdewereldorganisaties kennen de mensen en weten wat voor hen aantrekkelijk is, en welke ondersteuning nodig is. Want een lage deelnameprijs is één ding, maar op onze activiteiten drinken we onderweg al eens iets. Dat komt dan extra bovenop de deelnameprijs. Waardoor het opnieuw moeilijker haalbaar is om deel te nemen. Daar proberen we nu ook aandacht aan te besteden wanneer we activiteiten uitwerken en deelnameprijzen vastleggen en communiceren. Het moet duidelijk zijn dat een drankje onderweg al of niet inbegrepen is. We blijven constant nadenken wat we kunnen doen om meer mensen over de deelnamedrempel te krijgen.’